Stichting Eerherstel Joodse begraafplaats Zeeburg

grafstenen

Vragen en antwoorden

Onze vrijwilligers krijgen vaak vragen waarop ze dan niet meteen een antwoord paraat hebben. Onderstaand daarvan een overzicht, mét antwoorden. Een project als dit is blijvend ‘in ontwikkeling’, en uw aanvullingen en kritische commentaren zijn van harte welkom.

Klik op de vraag om het antwoord zichtbaar te maken.

Over de begraafplaats in het algemeen

Hoeveel mensen zijn hier begraven?

Vanwege de onvolledigheid van de begraafregistratie zal dat aantal altijd onzeker blijven. In het verleden zijn er aantallen genoemd van 150.000 tot zelfs 200.000 begravenen, maar later onderzoek suggereert dat 100.000 een redelijke schatting is.

Waar komt de naam ‘Jodenmanussie’ vandaan?

In de Indische buurt stond (en staat) de begraafplaats bekend als ‘het jodenmanussie’. Over herkomst en betekenis van die term kunnen we kort zijn: die zijn onbekend.

Zeeburg wordt aangeduid als ‘armenbegraafplaats’; hoe zit dat precies?

Zeeburg was de begraafplaats voor kinderen, congreganten en vreemdelingen (mensen van buiten Amsterdam), kortom voor iedereen die niet ‘geïmmatriculeerd’ lidmaat van de Hoogduits-Joodse Gemeente was, en daaraan onder meer het recht dankte in Muiderberg begraven te worden. Mannen konden lid worden; hun echtgenote en ongehuwde volwassen kinderen telden dan eveneens als geïmmatriculeerd. Aan dat lidmaatschap waren jaarlijkse kosten verbonden, al waren die wel inkomensafhankelijk, en wie lid werd betaalde daarvoor eenmalig inschrijfgeld – een betrekkelijk gering bedrag voor zonen van geïmmatriculeerden, een fors bedrag voor wie dat niet was. In de praktijk was er daardoor een duidelijk economisch verschil tussen geïmmatriculeerden en congreganten. Absoluut was dat verschil niet: wie welvarend was maar weinig gaf om (kerkelijke) status kon ervoor kiezen congregant te blijven, en het kwam voor dat geïmmatriculeerden aan het eind van hun leven zo verarmd raakten dat ze ‘van de armen’ begraven werden – maar dat dan wel in Muiderberg. Aangezien alle kinderen op Zeeburg begraven werden (bijna driekwart van de begravenen waren kind) liggen de kinderen van arm en rijk hier gewoon naast elkaar, en voor de ‘vreemdelingen’ die op Zeeburg terechtkwamen geldt hetzelfde.
Vanaf 1914 nam de begraafplaats in Diemen de rol van Zeeburg over. Pas de Tweede Wereldoorlog maakte een eind aan het onderscheid tussen wel en niet geïmmatriculeerde leden.

Ik zie bijna nergens stenen staan. Zijn daar dan ook geen graven?

In 1914 was de begraafplaats ‘vol’. Er was, afgezien van de paden, geen grond meer waarin mensen begraven konden worden. Dat er op grote delen van de begraafplaats geen steen te bekennen is, komt vooral omdat men daarvoor eenvoudigweg de middelen niet had. Tot halverwege de negentiende eeuw waren stenen een zeldzaamheid. In de vroege jaren 1880 kreeg ongeveer een kwart van de volwassengraven een steen, en op het kindervak met ca. zestienhonderd kinderen uit diezelfde periode staan slechts tien zerken. Die aantallen namen daarna (sterk) toe, maar de graven van na 1886 liggen in een deel van de begraafplaats dat na de oorlog vrijwel volledig met bomen overwoekerd raakte; van de vele stenen is daardoor zo goed als niets te zien.

Zijn er paden tussen de rijen?

Pas in 1900 begon men paden tussen de rijen vrij te houden.

Ik hoorde dat er op het middelste veld een ‘kohaniempad’ lag. Wat betekent dat?

Kohaniempaden zijn aparte paden voor leden van de priesterkaste – mensen die door orthodoxe joden als afstammelingen van de hogepriester Aäron worden beschouwd, en die vanwege hun speciale status niet met de dood in aanraking mogen komen. Ze kunnen dus geen begrafenissen bijwonen. Een kohaniempad is een apart pad, met een afrastering van de begraafplaats afgescheiden, dat hen in staat stelt toch van enige afstand van zo’n begrafenis getuige te zijn. Nieuwe grafvelden werden in gebruik genomen met een ceremonie waarbij kohaniem het eerste graf groeven – het was het enige moment dat ze zo’n terrein konden betreden.
Over het middelste perceel van de begraafplaats loopt een bestraat pad dat lang als kohaniempad beschouwd is, maar uit foto’s blijkt dat het om het enige bestrate pad op dat perceel gaat, en we weten dat de route voor de begrafenisstoet op enig moment bestraat is; het zal hier dus om dat pad gaan. (Iets van de bestrating is zichtbaar vanaf het snipperpad langs de sloot ten noordwesten van de speeltuin in het Flevopark.)

Ik hoorde dat er veel stenen in de bodem zijn weggezakt. Klopt dat?

Niets wijst erop dat er ooit stenen (min of meer rechtstandig) in de bodem zijn weggezakt – een idee dat wel enige tijd opgeld deed. Er zijn wel her en der stenen omgevallen, soms wellicht doordat ze door boomwortels uit de bodem omhoog gedrukt werden, soms ook omdat ze dicht bij de grond afbraken. Zo’n omgevallen steen raakt vervolgens met humus bedekt, en is dan al gauw zo goed als onzichtbaar.

Ik hoorde dat er in de oorlog heel veel houten zerken van de begraafplaats gestolen zijn. Klopt dat?

Houten zerken zijn lange tijd veelvuldig gebruikt. Tot rond 1870 waren vrijwel alle zerken op Zeeburg van hout (zij het dat er ook daarvan maar weinig waren), en pas na 1900 plaatste men vaker een stenen dan een houten zerk. Zulke houten zerken gingen maar een beperkt aantal jaren mee. Op een luchtfoto uit 1937 zijn eigenlijk alleen nog zerken te zien die er voor zover valt na te gaan ook nu nog staan; verreweg de meeste houten zerken waren toen dus al verdwenen. Mogelijk stonden er nog wel een aantal op het nieuwste stuk van de begraafplaats. Dat deel is nu geheel verbost, dus daarvoor kunnen we de foto niet vergeleken met de situatie nu.
De enige houten zerk die is teruggevonden, die van Levie Hartog Moff, staat nu in het Joods Historisch Museum. De sterke verkleuring ervan suggereert dat hij bewaard bleef doordat hij tijdig omviel en in de moerassige bodem geconserveerd raakte. Naar verluidt werd hij in de oorlog afgepakt van een jongetje dat hem op Zeeburg gevonden had, en met zorg bewaard, in plaats van in een noodkacheltje te worden opgestookt.

Ik hoorde dat hier in de oorlog in het geheim onderduikers begraven zijn. Klopt dat?

Het zou kunnen kloppen, maar het is tot nu toe niet gelukt daarover betrouwbare informatie te verkrijgen.

Is er op Zeeburg ook in verschillende lagen begraven, zoals b.v. op de joodse begraafplaats in Praag?

Neen. Er is herhaaldelijk sprake van geweest: plannen om een deel van het terrein op te hogen om daarop een tweede laag graven mogelijk te maken. Maar het rabbinaat heeft die plannen steeds opnieuw afgewezen omdat er altijd nog uitbreidingsmogelijkheden waren. Bovendien is zo’n ophoging gezien de vereiste hoeveel grond en werk, een kostbare aangelegenheid.

Liggen echtparen hier niet naast elkaar?

Vanaf de jaren achttienzeventig was het op Zeeburg mogelijk een ‘belendend’ graf te reserveren, al waren daar wel flinke kosten aan verbonden. Op het gerestaureerde gedeelte liggen drie echtparen naast elkaar: Godfried van Beever en Saartje Cohen (rij 2, graven 5 en 6), Jochem Bak en Rachel Viskoper (rij 4, graven 53 en 54), en David Ketellapper en Esther Stodel (rij 6, graven 40 en 41). Van de andere begravenen hier waren verreweg de meesten gehuwd, maar naast hun partner liggen ze niet.

Staan de stenen op kindervakken en die op volwassenvakken altijd ‘tegenover’ elkaar?

De begraafplaats werd steeds als die vol dreigde te raken uitgebreid met een nieuw stuk dan dan enigszins werd opgehoogd, en waarop men een kindervak en een volwassenvak afbakende. Het zou wellicht handig geweest zijn die vanaf tegenover elkaar gelegen zijden van het nieuwe stuk te ‘vullen’, omdat je dan niet vooraf een grens hoefde te trekken, met het risico dat het ene vak al vol was terwijl het ander nog volop ruimte bood. Maar zo is het niet gegaan. Kennelijk had men andere overwegingen bij de keuze waar met begraven te beginnen.

Over de graven

Hoe kan het dat grafstenen met hetzelfde nummer niet netjes achter elkaar staan?

Lange tijd werden mensen in chronologische volgorde begraven: elk nieuw graf direct naast het vorige graf op dezelfde rij, en direct grenzend aan dat in de rij ervoor. De graven en hun onderlinge afstanden werden zo klein mogelijk gehouden om grond te sparen, en van standaardmaten was geen sprake. Rijen van gelijke lengte (in meters) konden daardoor aanzienlijk verschillen in het aantal graven. In 1900 veranderde dat: de graven kregen standaardmaten en lagen op vaste afstanden van elkaar, met tussen elke twee rijen een smal pad.

Loopt de nummering van de gerestaureerde stenen van rechts naar links omdat joden van rechts naar links lezen?

De grafnummers van het gerestaureerde volwassenvak (1883-1885) lopen inderdaad van rechts naar links, maar dat is toeval. Op het ertegenover gelegen kindervak lopen de nummers van links naar rechts, en op veel andere kinder- én volwassenvakken is dat eveneens het geval.

Liggen alle graven in een bepaalde richting?

Neen. Het jodendom kent geen regels voor de oriëntatie van graven. Wel zijn er lokale gebruiken. Zo zijn er begraafplaatsen waar de graven met hun voeteneind richting uitgang liggen: wie opstaat weet meteen hoe hij het terrein moet verlaten. Maar op Zeeburg was van zo’n regelmaat geen sprake.

Hoe staat de grafsteen ten opzichte van het bijbehorende graf?

Blijkens een ingezonden brief in het NIW van 7 juni 1900 stonden grafstenen tot dan toe aan het voeteneinde van het graf. De schrijver merkt op dat men dat kennelijk sinds kort anders doet. De ontdekking van dit schrijven loste een oud probleem op: de jongste stenen van het gerestaureerde volwassen- en kinderveld staan zo dicht bij elkaar dat daar geen graf meer tussen past, terwijl er twee graven hadden moeten liggen als die stenen aan het hoofdeinde van het graf hadden gestaan. Ook werd zo duidelijk waarom er een schijnbaar lege strook ligt tussen de oudste gerestaureerde stenen en de sloot die de noordgens vormt van het volwassenvak uit 1883-1885: die strook is niet leeg; daar liggen de graven van rij 1.

Die steen daar lijkt nog helemaal nieuw. Hoe zit dat?

In 2012 en 2015 zijn nog twee mensen begraven in wat toen naar ieders idee maagdelijk terrein was: het nog niet als zodanig herkende kindervak uit de periode 1882-1885. Een onfortuinlijke, maar gezien het gebrek aan informatie begrijpelijke vergissing.

Over de opschriften op de zerken

Wat betekent het nummer bovenaan een grafsteen?

Het nummer midden- of rechtsboven op een steen is het grafnummer.

Wat betekenen de afkortingen op de grafstenen?

Alle opschriften beginnen met ‘פּנ’ (PN), bij mannen, of ‘פּט’ (PT), bij vrouwen – respectievelijk ‘Hier ligt begraven’ en ‘Hier ligt verborgen’.
Op zo goed als elke steen staat in het Hebreeuws een van de volgende twee afkortingen:
- ‘תמכ’ (‘TMC’): ‘Hij/Zij Ruste in Ere, of
- ‘תנצבה’ (‘TNTsBH’): ‘Moge Zijn/Haar Ziel worden opgenomen in de bundel der Levenden’. Dat het om afkortingen gaat, is te zien aan de streepjes of de krul boven de letters.
Veel gebruikte afkortingen in de Nederlandstalige tekst zijn ‘ZRZA’ en ‘ZRHA', en varianten daarop, die staan voor ‘Zacht Ruste Zijn/Haar As’.

Wat betekent het jaartal?

Het joodse jaar is gemiddeld even lang als het gregoriaanse jaar, maar kent een grotere variatie in duur: het gregoriaanse jaar duurt 365 of 366 dagen, het joodse 353, 354, 355, 383, 384 of 385 dagen. Het joodse Nieuwjaar, Rosj Hasjana valt op zijn vroegst op 5 september en op zijn laatst op 5 oktober. Van 1 januari tot Rosj Hasjana zit er 3760 jaar verschil tussen het joodse en het gregoriaanse jaar; van Rosj Hasjana tot 31 december 3761 jaar. Omrekenen kan vrij simpel in twee stappen: trek 4000 jaar van het joodse jaartal af, en tel er dan 240 (of 239 tussen Rosj Hasjana en 31 december) bij op. (Onderaan deze pagina vindt u een applicatie waarmee u joodse en gregoriaanse data in elkaar kunt omrekenen.

Waarom staat op de ene steen wel en op de andere steen geen tekst in het Nederlands?

Waarschijnlijk is dat vooral een kwestie van kosten. Bij het maken van een grafsteen koste elke letter geld. Stenen zonder Nederlandstalige tekst bevatten meestal ook slechts een minimum aan Hebreeuwse tekst: de naam van de overledene, de voornaam van zijn of haar moeder, de overlijdensdatum, en de afkorting ‘תמכ’.

Zijn de opschriften in het Hebreeuws of in het Jiddisj?

In principe zijn de opschriften in Hebreeuwse (Aramese) letters ook qua taal en spelling Hebreeuws. Maar een aanzienlijk deel van de tekst bestaat uit namen, en die gebruiken vaak de Jiddisje klankwaarde van de letters.

Over de begravenen

Is van alle begravenen bekend waar ze liggen?

Van het meest zuidelijke perceel van de begraafplaats, met graven uit de periode 1850-1914, hebben we een redelijk gedetailleerde plattegrond. Van de graven daar kunnen we dus meestal in elk geval aangeven waar ze ongeveer moeten liggen. Van de oudere gedeelten weten we in feite niets.

Er moeten hier voorouders van mij liggen. Hoe kom ik daarover meer te weten?

Vragen over begravenen kunnen worden voorgelegd met een mailtje aan de stichting.

Woorden

nefel, meervoud: nefalim

Een nefel (meervoud ‘nefalim’; in het Hebreeuws uitgesproken met de klemtoon op de laatste lettergreep; in het Jiddisj met de klemtoon op de eerste) is de leeftijdscategorie die loopt van ca. 12 weken na de bevruchting tot 30 dagen na de geboorte. Kinderen die voor hun dertigste levensdag overleden, werden in feite geacht nooit geboren te zijn. Ze werden zonder ceremonieel begraven, en de nabestaanden werden niet geacht een rouwperiode in acht te nemen. Nefalim kregen pas vanaf 1910 een eigen graf. Hoe en waar ze voordien begraven werden weten we niet. Waarschijnlijk werden ze met een oudere overledene meebegraven, maar het is ook denkbaar dat ze met een aantal tegelijk in een niet geregistreerd graf werden ondergebracht.
Na 1914 was Zeeburg nog decennia lang de plek waar de nefalim begraven werden. Uit de registratie blijkt dat ze op één zeer lange rij liggen (een rij van ca. 1000 graven). Een dergelijke rij is te lang om op een standaard vak te passen; mogelijk is voor het begraven van deze kinderen een van de paden gebruikt, die na sluiting van de begraafplaats niet of nauwelijks meer werden gebruikt.

geïmmatriculeerden

Als kerklid ingeschreven en betalende leden van de Duits-joodse gemeente, en hun echtgenotes en ongehuwde kinderen.

congreganten

Leden van de Asjkenazische gemeenschap die niet geïmmatriculeerd waren.

matseiwe, meervoud: matseiwot

grafsteen; in het Jiddisj wordt ‘matseiwót’ uitgesproken als ‘matséiwes’

Asjkenazim

Askenaz is de oude Hebreeuwse aanduiding voor wat nu ruwweg centraal Europa is. De joden die daar leefden, spraken Jiddisch. Joden uit Spanje en Portugal werden aangeduid als Sefardim. De, veel kleinere, Sefardische gemeenschap in Amsterdam was oorspronkelijk afkomstig uit Portugal, en sprak en schreef aanvankelijk Portugees, zoals te zien is op de oudere grafmonumenten op de Sefardische begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel.

Meer informatie over grafschriften, kalenders en het Hebreeuwse en Jiddisje alfabet vindt u op een apart informatieblad.

Datum-conversie

gregoriaans

weekdag